communicatie II Bauchi en Jankari - Reisverslag uit Suleja, Nigeria van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu communicatie II Bauchi en Jankari - Reisverslag uit Suleja, Nigeria van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu

communicatie II Bauchi en Jankari

Door: Wil

Blijf op de hoogte en volg WHM

16 Januari 2007 | Nigeria, Suleja

Bauchi en Jankari

Pete, Mary en Amy hadden al snel een okada gevonden, maar John wilde liever op een taxi wachten. We vonden er een, die 800 naira vroeg en wegreed toen we dat een belachelijk bedrag vonden. Doorlopen dus maar door het toch wat rulle zand en hopen op de volgende. En dat kan even duren op Nieuwjaarsdag natuurlijk. Maar toen stopte er een auto voor ons met een vriendelijke Libanees, die ons wel een lift wilde geven, als wij het niet erg vonden dat hij eerst wat spullen afleverde in zijn fabriek. In de fabriek (snoepgoed) bleek ook zijn broer aanwezig, en we werden op de koffie genodigd. Maar goed ook, want mijn systemen raken aardig van slag door het Gulder bier (Ik, Wil, beloof hierbij plechtig, in aanwezigheid van eenieder die dit leest, dat ik het spul nu écht nooit meer aan zal raken, voor nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen, amen. Wat Star bier betreft heb ik nog geen beslissing genomen) en ik zou het niet gered hebben tot aan het motorpark, laat staan tot Bauchi. De heren waren zo blij met een beetje gezelschap! Wat wordt er toch ontzettend veel eenzaamheid en heimwee geleden in den vreemde. “En het gaat nooit echt helemaal over”, verzuchtte Marwan. En zij zijn al zo’n 40 jaar in Nigeria! Dát geeft me nog eens tijd mijn verwachtingen bij te stellen! Op onze vraag wat ze dan toch bond aan zo’n land waar alles maar dan ook alles altijd verkeerd gaat, bleek het antwoord simpel. Ze zijn Nigeriaan geworden, zouden in Libanon ook niet meer kunnen aarden. En, weet je, ik begin te begrijpen wat ze bedoelen. Zelfs wanneer ik op mijn meest gefrustreerd ben, kan ik niet echt kwaad worden, laat staan blijven. Eigenlijk is er ook altijd zoveel te lachen en je krijgt zoveel warmte en vriendschap.

Nigeria is een vruchtbaar land, en nu heb ik het effe niet over de bevolking. Alles wat je in de grond stopt, groeit en bloeit. De broers, stadsjongens van nature, wilden dat wel eens met eigen ogen zien. Ze hadden een stukje braakliggend land op het fabrieksterrein en daar plantten ze tomaten, die ze vervolgens iedere dag met groeiende vreugde uit de grond gingen kijken. De tomaten deden het voorspoedig en kleurden al aardig rood toen ze op een kwade dag allemaal verdwenen waren. Van de ene op de andere dag waren hun kinderen weggerukt uit hun leven en de broers waren in diepe rouw. De bewaking werd intensief en langdurig ondervraagd, maar welke methode van ondervraging ook werd toegepast, het lot van de tomaten is nooit onthuld. Ze waren opgegeten door de ratten, gestolen door de vogels, volledig verdampt door de zon, enz, enz. Inbrekers, zo link waren de bewakers ook wel, konden niet worden opgevoerd, want dat zou betekenen dat ze hun plicht niet gedaan hadden en ze zwoeren bij hoog en bij laag dat ze ontzettend aanwezig en ontzettend waaks geweest waren. Geen prijzen voor degene die in één keer raadt wie er uiteindelijk, volledig murw, de handdoek in de ring gooiden.

Na een uurtje koffiedrinken en filosoferen over Nigeria en de Nigerianen, werd ik wat onrustig. Ik wilde toch wel heel graag voor donker in Bauchi zijn. Dus stapten de heren in hun auto, duidelijk het meest opwindende uitje van de dag, om ons naar het motorpark te brengen. Het was er opvallend stil, maar we vonden al snel een kleine auto, waarvan de bestuurder ons maar al te graag alle drie de zitplaatsen wilde verkopen op voorwaarde dat we meteen vertrokken. De Libanesen vertrokken pas toen ze zeker wisten dat we een auto gevonden hadden. Zo lief!

En toen vond de bestuurder plotseling dat we nog een 4e plaats moesten kopen, want er pasten best 3 mensen op de achterbank, maar op het moment dat John aanstalte maakte om weer uit te stappen, bond hij razendsnel weer in. Het had ons achterdochtig moeten maken!

OK, ok hij vertrok meteen als we het niet erg vonden dat hij een familielid meenam die dezelfde kant uitmoest. Het familielid bleek zijn vrouw en 3 kleine kinderen, die allemaal voorin moesten. Het duurde even voor dat de auto helemaal was volgeladen met alle benodigdheden voor een gezin van 5, maar na een uur waren we dan toch eindelijk op weg. De kinderen waren eerst schuw, maar na verloop van tijd begonnen ze stiekem om te kijken, gezichten te trekken, dadels aan te pakken, en na een uur had ik de oudste, een jongetje van een jaar of 4, in slaap aan mijn voeten met zijn hoofd op mijn knie.

We schoten lekker op want de weg was zo stil dat we er makkelijk een kanon hadden kunnen afschieten zonder schade aan te richten. In Bauchi zelf gaf die rust problemen. Het hotel waar we werden afgezet, stond me niet aan en het leek nog vroeg genoeg om door te gaan naar Jankari. De mensen op de parkeerplaats die ons ritjes naar Jankari aanboden, vroegen belachelijke prijzen, en uiteindelijk maakten we een deal met onze chauffeur. Hij zou ons naar Jankari brengen en ons na 2 dagen weer ophalen. Ik ben toch nog steeds zo naïef!

De weg Bauchi-Jankari is verschrikkelijk, soms moesten we echt van de weg af om de gaten te vermijden. Maar uiteindelijk bereikten we de ingang, waar ons verzekerd werd dat er accommodatie zou zijn. In het park was het nog eens een goed een half uur rijden voordat we de receptie bereikten, waar, hoe kan het anders, bleek dat er géén accommodatie was, helemaal niets. Het park is in restauratie en van de 100 chalets waren er maar 20 bruikbaar en die waren allemaal bezet. Intussen begon het aardig donker te worden, dus we konden niet meer terug, zelfs al hadden we dat gewild. En we waren de enige niet. Ze hadden aan de poort nog 6 auto’s doorgelaten met gezinnen van wisselende grootte. Ik maakte me ondertussen ook zorgen om dat gezinnetje: zouden ze voor donker Bauchi bereiken? Maar die bleken hun eigen agenda te hebben, merkten we diezelfde avond nog.

Na veel gedoe, geruzie en heen en weer gepraat werden er uiteindelijk bedden voor ons opgemaakt in de shelters van renovatie werkers die vanwege de kerstvakantie afwezig waren, en wij waren al lang blij dat we een dak boven ons hoofd, een bed en een emmer water hadden. We konden gaan eten. We zaten net aan tafel toen de chauffeur het restaurant kwam binnen slenteren met een zorglijke blik in de ogen. Eerst had hij een verward verhaal over een roofoverval, toen was het de kaartjes die hij niet had, waardoor ze het kamp niet uit hadden kunnen komen, maar uiteindelijk kwam het hoge woord eruit. De hele familie kampeerde op het parkeerterrein en ze wilden ons graag de volgende dag al meenemen, of we moesten ander vervoer regelen. We hadden het er op aan kunnen laten komen natuurlijk, maar omdat we toch niet echt onderdak hadden, besloten we met ze mee terug te gaan. Bovendien, er was geen wild te bekennen, het hele kamp zag eruit als een afgebrand dorp en ook de bronnen waren een teleurstelling. Ik kom nog wel eens terug als die renovaties klaar zijn en het groen weer wat is aangegroeid.

Om 8 uur waren we weer op weg met niet geringe snelheid, en het ging allemaal voorspoedig totdat de versnellingsbak het opgaf. We konden niet meer voor of achteruit. En daar sta je dan midden in het park waar de telefoon niet werkt en je enige kans op redding het verkeer is dat in en uit gaat. En er was niemand op de weg. Je begrijpt dat de chauffeur erg boos was op Allah, die hem nu net op dit punt in de steek liet. Wij dachten dat gebrekkig onderhoud misschien ook wel een beetje had bijgedragen, maar die gedachte wiep hij vér van zich. Om 9 uur hoorden we de eerste auto aankomen op weg naar binnen. Ze scheurden ons eerst voorbij maar stopten toen toch en beloofden de takelwagen te sturen zodra ze bij de receptie waren. Een half uur later kwam er een stofwolk aan richting de uitgang. Het bleek een gerieflijke 4x4 met een vriendelijke Libanees, zijn Nigeriaanse vrouw en hun chauffeur. Onze chauffeur hield hem aan en vroeg of ze ons bij het motorpark wilden afzetten. Ze hadden ons allemaal wel mee willen nemen, maar helaas, dat gezinnetje paste niet in de auto. Ik gaf de moeder wat we nog aan water en dadels over hadden en we stapten over. Je blijft je afvragen wat er van ze geworden is.

De Libanees was een gezellige prater en het bleek al gauw dat hij hier in Abuja woont in Wuse 2. Dus hij bood meteen aan ons thuis te brengen. Ik had er niet op durven hopen dat we voor het donker thuis zouden zijn, maar we waren rond 12 uur in Jos, waar we stopten voor de lunch. Daarna hebben we ook nog een half uur in een klein dorp in de buurt van Akwanga rondgehangen waar het gezin van de chauffeur op dat moment bij oma logeerde. Evenzogoed waren we rond half 5 in Abuja. Het mag je een kleine indicatie geven over de snelheid waarmee gereden werd!

En zo hadden we de woensdag en donderdag nog om uit te vinden wat er toch van Johns koffer geworden was. Dat is dus niet gelukt en we hebben het echt langdurig en intensief geprobeerd!

Deel 3 in de serie communicatie volgt zodra ik voldoende afstand heb om de gebeurtenissen van de laatste dagen te plaatsen. Een volledige breakdown van de toch al gebrekkige communicatie met Mat heeft uiteindelijk tot een flinke rel geleid en dat heeft de lucht wel geklaard, maar goed gaat het nog steeds niet. In elk geval heb ik nu werk, zij het voor VSO. Aan het eind van deze maand moet mijn situatie hier verbeterd zijn, anders word ik teruggetrokken en ga ik waarschijnlijk naar een project in Kaduna.

  • 16 Januari 2007 - 11:30

    Carla:

    Wederom een spannend relaas, en wat een cliffhanger weer! Blij te horen dat je werk hebt en hoop dat het in Abuja goedkomt. VSO neemt de problemen in ieder geval serieus genoeg als ze je eventueel willen overplaatsen, maar alweer een verhuizing gun ik je niet.

  • 16 Januari 2007 - 16:37

    John Cuijpers:

    Dag Wil,

    Het is best grappig iets te lezen waarin je zelf ook een rol speelt. Voor de andere lezers. Wils relaas klopt helemaal. Wat de dure eed over Gulderbier betreft,plaats ik hierbij gaarne wat kanttekeningen. We wachten af.
    Wil, ik hoop dat je nu tenminste wat nuttig werk kan verrichten. Ik hoop voor je dat de "flinke rel" zin heeft gehad. Of je nog gaat verhuizen naar Kaduna horen we later nog wel. Mijn koffer is overigens nog steeds onvindbaar.
    Ik verwacht binnenkort mijn eerste impressies van mijn verblijf in Nigeria op deze weblog te plaatsen.

    Groet,

    John

  • 17 Januari 2007 - 19:18

    Sandra V/d Weiden:

    Dag Buuf, (Buurvrouw, voor hen die niet ingewijd zijn.)

    Vanuit wederom een zeer winderig Nederland voor jou de allerbeste wensen van ons allemaal voor het nieuwe jaar, kun je goed gebruiken zo te lezen.....Ik heb genoten van je verhalen, je bent een beste schrijfster!

    Alle goeds en liefs van het quintet uit Diemen.

    San.

  • 18 Januari 2007 - 11:55

    Marciel En Frans:

    Wat vreselijk vervelend voor je dat je zoveel moeite moet doen om aan het werk te komen.
    Hopelijk gaat het vanaf nu beter.
    Jij hebt in ieder geval mooi weer.
    Wij zitten op dit moment in een vliegende storm.
    Echt herfst in de winter.
    Groetjes en sterkte,
    Marciel en Frans.

  • 19 Januari 2007 - 00:29

    Loek:

    Hier zitten we nog steeds op +10 graden celcius bij windkracht 10, in california hebben ze een ijsel en sneeuwstorm ruim 40 doden en meer dan een miljard schade, de geleerden voorspellen de meest enge dingen binnen 40 jaar, zpu dat nu allemaal komen omdat die Bush liever landgenoten laat opblazen in Irak dan een verdrag van Kyoto tekenen, ik weet het ook niet meer.
    Maar een ding is zeker, bij jou loopt het ook niet allemaal even lekker, en zo blijven we allemaal lekker mopperen en lachen om de rest van de wereld.
    Hou ze onder de duim daar en de zweep er over he, sterkte daar.

  • 19 Januari 2007 - 14:45

    John Cuijpers:

    Wat voor mensen kom je tegen als je een kleine twee weken in Nigeria doorbrengt?

    Je maakt als eerste kennis met Nigerianen op het vliegveld van Abuja. In het vliegtuig bleek dat de voorraad formulieren, die iedere niet-Nigeriaan moet invullen alvorens het land te mogen betreden, volstrekt ontoereikend te zijn. Voor mij en enkele andere buitenlanders zat er niets anders op dan het formulier voor "immigration" en het formulier voor "customs" op het vliegveld te verwerven en in te vullen.
    Merkwaardig hoe vaak je dan weer al je gegevens moet invullen. Maar goed, het liep bij "immigration" heel vlotjes. Op naar de bagagehal. Het was druk bij de bagageband. Veel Nigerianen die in Europa en de V.S. wonen gaan voor de feestdagen naar huis. Het toestel Londen-Abuja was tot de laatste plaats gevuld.

    Na enige tijd bleek dat ongeveer 20(!) personen vergeefs op hun bagage wachtten. Een van hen was ik. Mijn eerste zorg was Wil op de hoogte te brengen van mijn aankomst. Mijn mobiele telefoon functioneerde niet op het Nigeriaanse netwerk. Ik dacht dat ik een verkeerd netnummer draaide en vroeg daarom een Nigeriaan om nadere informatie. Die informatie leverde echter weer geen verbinding op. Naast mij stond een vriendelijke Nigeriaanse meneer die me vroeg wat er aan de hand was. Spontaan bood hij mij zijn telefoon aan om Wil te bellen. Dit lukte meteen. Zo kwam ik er achter dat Wil al in de aankomsthal,ongeveer 50 meter verderop was. Ik ging er meteen op af, maar werd staande gehouden door de douane. Toen ik zei dat mijn koffer niet was aangekomen en dat er dus eigenlijk ook niets aan te geven was heette hij mij welkom in Nigeria en liet mij met een breed handgebaar zijn land betreden. Het was prettig Wil weer te zien.
    Nu de koffer nog. Terug naar de bagagehal. Het formulier dat hier moest worden ingevuld bevatte vragen die alleen Wil kon beantwoorden, zoals haar adres en telefoonummer. Weer door de douane terug naar de ontvangsthal. Formulier invullen en weer naar het tafeltje waar een Nigeriaanse medewerker van British Airways pogingen deed ongeveer twintig personen te woord te staan en te helpen. Om de beurt kon iedereen zijn verhaal kwijt, waarna de BA-man een formulier uitreikte om dat samen met de gedupeerde passagier in te vullen. Gelukkig kwamen we met enkele wachtenden tot de conclusie dat het verstandiger was alvast aan iedereen een formulier te geven, zodat dit alvast zoveel mogelijk door iedereen kon worden ingevuld. Zo gezegd, zo gedaan.

    Alles bijelkaar duurde het toch nog wel enige tijd voordat ik met Wil buiten stond. Toen ik voor de derde keer langs de douane liep, werd er al vriendelijk naar me gezwaaid. Achteraf realiseerde ik me dat ik geen "customs"-formulier had ingevuld en dat ook mijn handbagage niet was gecontroleerd.

    Zo maak je meteen al kennis met de bureaucratie en haar uitvoerders, maar ook met het gemak waarmee met de regels, als ze al bestaan, wordt omgesprongen.

    Wil beschreef al hoeveel moeite het kostte om voor een redelijke prijs in Abuja te komen. Zoiets als openbaar vervoer bestaat nauwelijks in Nigeria. Je reist met taxi's, of wat daar voor doorgaat.
    Ik vond het wel wat vreemd dat Wil zo hardnekkig, overigens wel met veel humor, onderhandelde over de ritprijs. Ze had me namelijk al verteld dat ik voor 1 euro ongeveer 162 Naira kon krijgen. Waar praat je dan over, als je onderhandelt over 1000 Naira meer of minder. Ik had nog de prijs van de taxi van Diemen naar Schiphol in het hoofd, te weten 50 euro, inclusief tip.

    Dit soort denken zou me in het begin van mijn verblijf in Nigeria nog regelmatig op het verkeerde been zetten.

    Meteen na aankomst in Wils appartement trokken we er weer op uit. In de eerste plaats om geld te wisselen. Ik dacht dat dit bij een bank of iets dergelijks zou plaatsvinden. Niet dus. Vlak bij Wils woning zijn geldwisselaars te vinden, die maar al te graag je euro's wisselen voor Naira's. Vriendelijke man wel, die geldwisselaar. Daarna kleren en ondergoed kopen. Wil heeft dit al beschreven. Daarna scheergerei en andere toiletspullen aangeschaft en terug naar Port Saidstreet 8. Je kijkt meteen al je ogen uit. De rotzooi op straat, de drukte, het stof, de handelaars en rondhangende mensen. Meteen drong zich bij mij de vergelijking op met Cairo, alleen leek mij Nigeria nog iets ongeorganiseerder, maar ook iets naiever misschien. Waar je in Egypte meestal wordt achtervolgd door handelaren en andere scharrelaars en gelukzoekers, is dit in Nigeria veel minder het geval, zeker ook waar het gaat om de hardnekkigheid van het verschijnsel.

    Later in de middag maakte ik kennis met Peter en Mary, het Engelse stel dat ook voor de VSO werkt. Met deze twee fantastische mensen zou ik nog veel te maken krijgen.

    De eerste indrukken van de mensen in Nigeria, zowel zwart als blank,waren overwegend positief. Later kwamen daar wel wat nuanceringen bij kijken. Maar voor een eerste dag, dacht ik, was dat wel genoeg. Ik wist nog niet wat de eeste avond mij zou brengen. Daarover later meer.

  • 20 Januari 2007 - 14:47

    Janneke.:

    Dag Wil.
    Spannende dingen maak je daar mee.Je zult veel geduld nodig hebben, maar ik weet zeker dat het je lukt!!

  • 24 Januari 2007 - 19:50

    Clara :

    Wat fijn dat je nu werk heb .Maar vraag me iedere keer af .hoe je op het idee bent gekomen om daar na toe te gaan .Ik bewonder je echt .Ook al had ik jou leeftijd ,ik was daar in drie dagen ,helemaal knetter gek waar haal je dat geduld van daan .In het begin heb ik achter de P C
    me rot gelachen .je schrijft heerlijk ,het was of ik een boek aan het lezen was .Maar nu moet toch eindelijk alles tot rust komen .Wil ik wens je veel sterkte
    veel liefs en een dikke knuffel
    Clara

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

WHM

gezicht 2022

Actief sinds 04 Sept. 2006
Verslag gelezen: 230
Totaal aantal bezoekers 129760

Voorgaande reizen:

21 Juni 2019 - 21 Juni 2019

PUM missies in Yogyakarta

04 November 2015 - 27 November 2015

Trouble in Paradise

07 Mei 2012 - 26 Mei 2012

Mijn eerste reis

Landen bezocht: