Rwanda - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu Rwanda - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu

Rwanda

Door: Wil

Blijf op de hoogte en volg WHM

07 December 2009 | Rwanda, Kigali

Werken voor de USAID... Het is een interesante ervaring geweest! Niet in het minst vanwege het feit dat USAID gehuisvest is in de US ambassade in Rwanda. Dat leek oorspronkelijk zo’n goed idee, dan konden ze van alles en nog wat samen delen met de ambassade, licht, water, internet EN beveiliging. Daar beginnen ze nu erge spijt van te krijgen. De beveiliging is zo hysterisch dat het normaal werken voor gewone sterfelingen als Mel en Ik bijna onmogeiljk maakt.

Ik heb me de afgelopen 3 weken gevoeld alsof ik was opgesloten en met een hand achter mijn rug gebonden aan het werk moest. Ik had geen security clearance en moest dagelijks door 3 security checks. Uiteraard gaat de deur pas van het slot als de bewaking je herkend heeft als ongevaarlijk. Dat is, vermoed ik zo maar ook de eerste zwakke plek. Iedereen kent je na een week en je wordt vrolijk zwaaiend begroet zodra ze je zien en de deur springt meteen open. Het feit dat ik inmiddels ‘mwaramutze’= goede morgen in Kirwanda kon zeggen, hielp ook reuze. En dan was er altijd het tijdverloop tussen het moment dat ik mijn batch kreeg en het moment dat ik werd opgehaald, dat de bewaking en ik gebruikten om te socialiseren. Ze vonden het zo zielig voor me dat ik niet meteen mocht doorlopen. Gelukkig waren er altijd nog de twee volgende checkpoints, waar de negatieve gevolgen van die verbroedering weer ongedaan gemaakt konden worden.

Bij het eerste checkpoint laat je je paspoort en al je electronica achter. Cameras, telefoons en laptops mogen niet mee de ambassade in. In ruil voor mijn paspoort, kreeg ik een rode batch, die ik TE ALLEN TIJDE moest dragen. Ik mocht pas naar de 2e check, wanneer ik werd begeleid door een blauwe batch. Mel had geel en was dus gedisqualificeerd. Zelf mocht hij wel doorlopen, en meestal deed hij dat ook, want je wist nooit hoe lang er gewacht moest worden. Ik voelde me altijd reuze bezwaard dat er speciaal voor mij iemand van het werk gehaald moest worden, maar na een paar dagen werd het me duidelijk dat deze kans op een paar minuten frisse lucht eigenlijk reuze gewaardeerd werd.

Als mijn begeleider van het moment eindelijk was gearriveerd, meestal Mels baas Nancy, dan mochten we door de poort naar de tuin, en vandaar door naar de ambassade. In de ambassade doen ze deur pas van het slot als ze zicht hebben op je batches. Eenmaal binnen moest mijn tas, die bij de eerste check door de X-ray was gegaan, open. Meestal raakte ik daar mijn nageletui kwijt, maar soms ook weer niet, dit was geheel afhankelijk van de ijver van de bewaker van de dag. Hoe onzinnig die maatregel is moge blijken uit het feit dat we uiteraard niet met plastic papierschaartjes werken als we eenmaal binnen zijn, en dat in het zelfbedieningsrestaurant, gesitueerd meteen na de bewaking, ook gewoon bestek klaarligt, inclusief pizza- en biefstukmessen. Soms lieten ze me een paar slokken uit mijn waterfles nemen, ook als het zegel er nog op zat. Je weet maar nooit!

Vervolgens moesten we dan nog langs de batch controle en de laatste gesloten deur. De batch controle is in handen van de mariniers: grimmig-kijkende jongens met zo’n ‘met mij valt niet te spotten’ lichaamstaal. Daar was geen glimlach uit te krijgen! En dan waren we eindelijk binnen in het heilige der heilige.

Denk niet dat je, eenmaal binnen, kunt gaan en staan waar je wilt. Een rode batch mag nérgens heen zonder begeleiding, dus zelfs als ik naar de wc wilde, moest ik een blauwe batch vragen me te begeleiden. Ik werd er niet vrolijk van. Uiteindelijk wist Nancy na een paar dagen te bereiken dat ik een permanente-gast status kreeg. Dat betekende dat ik weliswaar rood bleef, maar dat ik door een gele batch begeleid mocht worden. Vanaf dat moment waren Mel en ik nog meer vergroeid aan de heup. Hij maakte uiteraard graag misbruik van het gegeven dat ik geheel van hem afhankelijk was, zelfs voor mijn toiletbezoek, dat begrijp je.

Beroofd van onze laptops konden we vaak niet zo heel veel werk verzetten terwijl we binnen waren. Mel had uiteindelijk een laptop ‘van de zaak’ ter beschikking gekregen met beperkte mogelijkheden, en dat en het feit dat hij een GELE batch had gekregen was zo bijzonder dat Nancy niet aan mijn status wilde tornen uit angst dat dit negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor Mels status. Dus we werkten bij toerbeurt op de laptop als we niet op pad waren in het gebouw om interviews af te nemen en workshops te begeleiden. En verder hadden we ’s avonds altijd zat te doen.

Elke maandag en vrijdag zijn er security drills, dan gaat er een sirene en wordt mensen verteld dat ze bij de ramen(?) vandaan moeten en schuilen onder de bureaus, de zogenaamde duck and dive drills. Er zijn ook brand drills, dan moet je juist als een haas het gebouw uit, maar dankzij de beveiliging gaan de deuren niet zomaar open, er zit een tijdschakelaar van 30 seconden op de sloten. Dat lijkt niet veel, maar dit zijn drills, iedereen weet dat er niet echt brand is, en toch raken er al mensen in paniek wanneer ze niet meteen het trappenhuis uitkunnen.

Enne ... zelfs als er brand is, mag je als rode batch niet alleen door de gangen dwalen. Hoe ze denken dat je dat gaat oplossen als er geen blauwe of gele batch voorhanden is om samen met je naar buiten te rennen, heb ik niet mogen vernemen, maar ik verwacht niet dat de beveiliging alle rode batches gaat arresteren die onbegeleid een brandend gebouw uitvluchten.

Het zijn die momenten waarop ik de gedachtenkronkels van de beveiligers niet meer kan volgen. Het is ánders’zullen we maar zeggen.

De ambassadeur had een Thanksgiving party georganiseerd bij hem thuis. Er was tot het laatste moment veel heen en weer gebel of Mel en vooral ik daar ook welkom zouden zijn, en hoe dat dan met mijn rode batch moest. Uiteindelijk mocht het, maar alleen als Nancy ons persoonlijk zou binnenloodsen. We hadden ons niet zo druk hoeven maken. De ambassadeur is een uiterst ontspannen man, en de bewaking was op een laag pitje. Ze wezen ons waar Nancy moest parkeren, en daarna konden we zo binnen wandelen. Wat een contrast!

Groter contrast tussen de US ambassade en de ambassade van Rwanda in Tanzania is nauwelijks mogelijk, maar de ambassade van Tanzania in Rwanda doet het ook niet slecht. Weliswaar moesten we aan de poort kloppen, en de taxi mocht niet naar binnen, maar verder was de situatie vrijwel ditto. Alle deuren open, niemand aanwezig, totdat er een meisje kwam opdagen dat we eerst aanzagen voor de koffiejuffrouw. Uiteindelijk bleek ze wel degelijk het eerste punt van contact te zijn. Alleen had ze geen idee wat ze moest doen, dus telkens als we haar een vraag stelde, liep ze de trap op om ergens boven aan iemand het antwoord te vragen, dan kwam ze na verloop van tijd weer terug met een half antwoord, en dan stuurden wij haar weer weg met de volgende vraag, tot we helder hadden waar we aan toe waren. Een beetje slapstickachtig.

Met die beveiliging leer je op den duur wel omgaan, en je blijft natuurlijk toch proberen hoe ver je kunt gaan voordat je in de problemen komt. Wat nooit went is dat de meeste kantoorruimtes geen ramen hebben. Je raakt volkomen gedesorienteerd door dat gebrek aan frisse lucht en daglicht. De hoogtepunten in deze opdracht waren de twee workshopdagen die we hebben georganiseerd in een klooster, prachtig gelegen op de top van een heuvel net buiten Kigali. De USAID Health Team, waar we mee werkten, ging er als een trein tegenaan en er werd veel bereikt op beide dagen, maar dat uitzicht en die frisse lucht waren bepaald ook niet weg.

In eerste instantie hadden we in de Serena ook geen ramen die open konden. En aangezien we meestal pas thuiskwamen rond de tijd dat het donker werd, gingen we ook niet meer echt effe wandelen. De enige frisse lucht die we door de week kregen was in de open bar bij het zwembad, waar de wireless beter was dan in onze kamer.

Dat veranderde de zondag na terugkomst van onze minisafari gelukkig omdat we een upgrade kregen naar een kamer met balkon. We zaten wel bovenop de generator daar, en wat de stroomvoorziening betreft doet Rwanda het niet zo heel veel beter dan Nigeria, maar er moet toch wat te zeuren blijven.

Hoewel we nu samen onze handen vol hadden, zijn we er het weekend van Thanksgiving toch even tussen uitgeknepen naar Kagera park. Drie uur rijden, dus dat is te overzien, en het landschap was interessant genoeg. Het gezelschap ook, trouwens.

Rwanda is voor bijna 80% christelijk. Alle kerken zijn vertegenwoordigd van Rooms Katholiek to 7th Day Adventists en van Jehovah Getuigen tot de Pinksterbeweging. De overige 20 % bestaat uit ‘andersdenkenden’ en moslims. Dat betekent dat de zondag een hele saaie dag is, want iedereen zit in de kerk en de winkels zijn dicht. Dat het ritme van je dag niet bepaald wordt door de calls to prayer en dat je collega’s het hebben over hun ‘love for Jezus’ in plaats van hun ‘love for Allah’ is even een verademing, hoewel die ‘love for Jezus’ je op den duur ook gaat benauwen.

Onze chauffeur was een van die schaarse moslims. Een interessante man, die geen enkel probleem had met waar dan over te praten, en zijn geloof bepaald niet in de weg liet staan van waar hij mee bezig was. En als je toeristen rondrijdt kun je niet bidden, nietwaar?

Hij bracht het gesprek al snel op de Genocide, en wat dat voor gevolgen dat had gehad en nog heeft voor het land. Zijn mening was des te meer interessant vanwege zijn eigen achtergrond. Paul Gakame, de huidige president, en de man die aan het hoofd van het rebellenleger uiteindelijk een eind wist te maken aan het moorden, had de Rooms Katholieken uit het land willen verbannen, maar hij vond een groot deel van de bevolking tegenover zich, inclusief de moslims. En die beslissing is uiteindelijk teruggedraaid.

Paul Kagame was oorspronkelijk zelf Rooms Katholiek. Een groot deel van de bevolking is Rooms Katholiek. De kerk heeft in de loop der eeuwen veel goeds gedaan voor het land, vertelde onze chauffeur/gids, dat kun je niet zomaar wegwuiven. Rwanda heeft nog steeds een goed onderwijssysteem, geintroduceerd door de nonnen en de paters, (ook al staat het onder grote druk door dezelfde corruptieproblemen als overal elders in Afrika). Rwanda, heeft een goed land- en tuinbouwsysteem en er wordt weinig honger geleden. Ook dat is te danken aan de missionarissen, die land- en tuinbouwgewassen en fruitbomen introduceerden en de boeren moderne landbouwmethodes leerden. Veel melkvee komt oorspronkelijk uit Europa en dat ziet er allemaal schoon en verzorgd uit, geleerd van de paters. En, hoewel er talrijke instanties bekend zijn van priesters die actief meewerkten aan het moorden, zijn er ook zat verhalen van priesters die het leven lieten bij het verdedigen van de mensen die naar hun kerk gevlucht waren. En dus, concludeerde Moussa, onze chauffeur, paste het ons niet de katholieken het land uit te zetten.

Er zijn overal in het land gedenktekens aan de Genocide, er is een indrukwekkend museum in Kagali, mensen praten er over, maar heel voorzichtig, en wij gaan natuurlijk niet vragen “ben je Hutu of Tutsi?” Veel van de jongeren die we hier hebben ontmoet zijn in Uganda en Congo opgegroeid. Moussa had een groot deel van zijn jeugd in Tanzania gewoond. We waren er helemaal op voorbereid om ook met Moussa op onze tenen te lopen. Bovendien zijn we gewend aan het zwart-wit denken van de moslims om ons heen en ook wat dat betreft zijn we voorzichtig. Moussa’s genuanceerde benadering was een hele verademing.

Rwanda heet niet voor niets het land van de duizend heuvels. Het was in het begin heel vreemd al die heuvels, we bleven verwachten de zee te zien bij de volgende bocht, maar het was steeds weer een nieuwe weelderig begroeide heuvel. Het klimaat is buitengewoon aangenaam, tussen de 20 en dertig graden, met iedere dag wel een bui en de grond is heel vruchtbaar. Het is dan ook prachtig groen overal. Er zijn een aantal wildparken, waarvan de bergstreek waar de gorilla’s huizen wel de bekendste is natuurlijk. Helaas voor ons, heeft Rwanda het toerisme als een goede bron van inkomsten ontdekt en de toegangsprijs van 500 dollars per persoon was wel heel erg aan de hoge kant, vooral omdat je er natuurlijk ook nog heen moet, en je er minstens 1 nacht moet overnachten a là zo’n 300 dollar per persoon per nacht. En dus werd het het iets goedkopere Kagera park.

Het park zelf was een beetje een teleurstelling. Er was genoeg wild te zien, maar geen olifanten, leeuwen, hyena’s etc. De krokodillen lieten zich niet zien en van de rinocerossen kwamen alleen zo en nu en dan de koppen boven water. Het hoogtepunt van het bezoek was ’s morgens bij het ontbijt toen een baviaan kalmpjes de eetzaal binnenwandelde, op de tafel sprong en er met onze jam vandoor ging. De bediening en de bewaking sprongen pas in actie toen de baviaan al weer veilig op het dak zat. Toen bedachten we natuurlijk ook pas hoe leuk het geweest zou zijn daar een foto van te maken. Het was heerlijk om er even tussenuit te zijn, al dat groen te zien en van de temperatuur te kunnen genieten. Het is hier het hele jaar lente, zeggen de USAID collega’s.

We hebben weinig van Rwanda gezien, er is vast veel meer over te vertellen, maar wat vooral en bovenal opvalt is dat het zo’n schoon en opgeruimd land is. Zelfs de ongeplaveide wegen zijn goed onderhouden, je ziet nergens zwerfvuil, er zijn geen afvalshopen bij ieder dorp, je ziet overal mensen aan het werk om de wegen en de bermen te onderhouden en er zijn overal schoonmaakploegen aan het werk. Moussa vertelde dat iedere Rwandan eens in de zoveel tijd verplicht moet meewerken in zo’n ploeg. Studenten, het leger, de politie, de vrouwenbeweging, de boerenbeweging, iedereen moet eens in de zoveel tijd helpen met het onderhoud van wegen en bermen en het schoonhouden van het landschap. Het zier allemaal zo volmaakt uit, en dat maakt het nog moeilijker te begrijpen dat uitgerekend hier de Genocide kon plaatsvinden.

We hebben onze eerste zaterdag samen in het museum doorgebracht. Het viel niet mee. Het holocaustmuseum in Berlijn was erg, maar dit kwam zeker net zo hard aan. Sober, goed gedocumenteerd en persoonlijk. Vooral de kindergalerij gaat dwars door je ziel. Foto’s van kinderen onder de 10 jaar met daaronder: naam, leeftijd, favoriete spel, favoriete voedsel, doodsoorzaak. En de doodsoorzaak was; in stukken gehakt, met het hoofd tegen een muur geslagen, doodgeknuppeld, verdronken in de beerput, doodgemarteld, verkracht en ga zo maar door. De schuldigen waren de buren, de vrienden van hun ouders, soms hun eigen familie, want er zijn heel veel gemengde huwelijken in Rwanda.

Ik heb soms zo’n moeite met die ‘love for Jezus’, maar misschien heb je die wel nodig om met dit soort herinneringen verder te kunnen leven en relaties met je buren te blijven onderhouden. Want iedereen, geen mens uitgezonderd, heeft een oorlogsverleden in dit land.

Ik zag er tegenop om naar Rwanda te gaan. Voor mij was de naam van het land zo onlosmakelijk verbonden met de verschrikkingen van de genocide. Ik ben ontzettend blij dat ik het gezien heb. Het is een prachtig land met een regering en bevolkin g die ontzettend gedreven zijn om de boel op te bouwen en uit te bouwen. Het verdient alle steun die het krijgen kan. Als je er op vakantie wil gaan, moet je effe doorsparen, maar het is de moeite waard. Ik wil er graag weer heen.

En nu zitten we dan weer op Zanzibar. Voriger week schoot het me ineens te binnen, zomaar midden in een gesprek over iets heel anders, dat ik een single-entry visum had voor Tanzania. Ik had geen visum! Vandaar dat bliksembezoek aan de Tanzaniaanse ambassade. Toch vreemd hoe je hersenen werken, ergens op een laag pitje is er kennelijk toch iets blijven malen over dat ik met dat visum voor Rwanda alleen niet uit de problemen was.

Natuurlijk bedenk je die dingen pas in het weekend. Ik dacht dat het waarschijnlijk geen probleem zou zijn een inreisvisum te kopen op de luchthaven, maar we wilden deze keer alles heel zeker weten. Dus maandag, nog voordat we naar het werk gingen toch maar even bij de Tanzaniaanse ambasade langsgegaan, waar we uiteindelijk de raad kregen helemaal niets te doen. Het kopen van een nieuw visum zou geen probleem zijn op de luchthaven, en waarschijnlijk zou ik het niet eens nodig hebben met mijn resident status.

Het was uiteindelijk allemaal appeltje eitje. De beveiliging op Afrikaanse luchthavens is een lachertje. Niemand maakte zich druk over onze flesjes water en op Nairobi moet iedereen zelf naar zijn vliegtuig lopen. Zanzibar is niet anders. De immigratieambtenaar die naar mijn paspoort keek had het zo druk met me uit te leggen dat ik geen blauwe kaart nodig had als resident zijnde, en het bewonderen van mijn Rwanda visum, dat hij vergat naar mijn Tanzania visum te kijken. We konden zo naar buiten lopen, waar Ussi en Chollo ons op stonden te wachten.

Het is hier nu tussen de 30 en 40 graden. De warmte hangt als een natte deken om je heen. We hadden echt een paar dagen nodig om weer te wennen en zweten allebei nog steeds als paarden. De herrie is ook weer effe wennen. Vrijdagmiddag, net voor de preek is een uitstekende tijd om thuis te komen. Je zit er meteen weer helemaal in! De badkamervloer lag bezaaid met dode wormen en de wcpot krioelde van het leven. Ik heb de hele zaak uitgebreid ontsmet met dettol en geen nieuw leven meer gezien, maar we blijven waakzaam.

Dat is de negatieve kant. De positieve kant is dat alle deuren en ramen openstaan. Het bruist hier van het leven, iedere dag, ook zondag. Alle buurkinderen zijn al langs geweest om gedag te zeggen en vooral Mel wordt op de markt uitgebreid begroet als een lang-verloren-gewaande vriend.

Nog 8 dagen waarin we nog veel moeten en willen en dan moeten we weg voorgoed. Dan nog een paar dagen Tanzania, en dan kunnen we eindelijk naar huis. Ik tel de dagen.





  • 07 December 2009 - 15:35

    John Cuijpers:

    Hallo Wil,

    Ik vond je verslag heel informatief. Vragen die bij me opkwamen werden soms al een regel verder beantwoord. Ik blijf er bij dat dit ooit tot een compleet verslag, of misschien wel boek, moet leiden.

    Ik hoop jou en Mel binnenkort weer te zien.

    Groet,
    John

  • 07 December 2009 - 15:40

    Trees:

    Wij tellen ook de dagen het is hier koud en van de week gaat de buitenkerstverlichting weer aan.Ik denk nog steeds met plezier terug aan onze vakantie op Zanzibar.Hopelijk heb je van rwanda foto's ik ben benieuwd.Liefs voor jullie 2tjes Trees

  • 07 December 2009 - 23:58

    Wil Smit:

    Zoveel spannende, leuke, griezelige (ongedierte) en indrukwekkende avonturen. Goed om te horen dat jullie het allemaal met humor doorstaan!
    groet.............Wil

  • 09 December 2009 - 08:46

    Carla:

    Verbijsterend hoe zo'n beveiligingsprocedure effectief iedere hersencel van de betrokkenen uitschakelt. Waarna ze, zonder hun common sense, weer niet herkennen hoe inconsequent ze zijn. Je hebt het toch maar weer doorstaan allemaal, en een bijzonder land van dichtbij gezien. TOt gauw!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

WHM

gezicht 2022

Actief sinds 04 Sept. 2006
Verslag gelezen: 423
Totaal aantal bezoekers 129757

Voorgaande reizen:

21 Juni 2019 - 21 Juni 2019

PUM missies in Yogyakarta

04 November 2015 - 27 November 2015

Trouble in Paradise

07 Mei 2012 - 26 Mei 2012

Mijn eerste reis

Landen bezocht: