To be or not to be - Reisverslag uit Zanzibar, Tanzania van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu To be or not to be - Reisverslag uit Zanzibar, Tanzania van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu

To be or not to be

Door: Wil

Blijf op de hoogte en volg WHM

30 Augustus 2009 | Tanzania, Zanzibar

Het gebeurt niet iedere dag dat iemand Shakespeare aanhaalt in een gesprek en zeker niet in Zanzibar. Maar tijdens de Ramadan is alles mogelijk. En zo kon het gebeuren dat we laat op de avond aansluitend bij een groep koffiedrinkers op de markt naast een oudere man kwamen te zitten, die zijn geluk niet op kon dat hij zo maar de kans kreeg om grote stukken Hamlet en Julius Caesar te citeren. De soliloguys maar liefst, en niet alleen de eerste regels! Dat hebben Mel en ik nog nooit gepresteerd. We waren dan ook naar behoren onder de indruk.

We krijgen een beetje weinig slaap op het moment. We waren zoooo blij dat we eindelijk in ons huis konden trekken. En nu weten we dus wat het écht betekent om naast een moskee te wonen, vooral gedurende de Ramadan.

De oproep voor het ochgtendgebed om half 5, daar slaap je binnen de kortste keren doorheen,. Maar daarna begint de preek, met de geluidsinstallatie op volle sterkte. En dat gaat door tot een uur of 6. ’s Middags om 12 uur, na het middaggebed, begint het feest opnieuw, en dan gaat het aan een stuk door tot de oproep tot gebed en het einde van de vastendag om 18.30. Zelfs achter op de markt kun je het allemaal nog woordelijk verstaan. We worden er soms een beetje gestoord van. We kunnen nauwelijks een gesprek voeren. En als er dan ook nog een groepje ruziende kinderen voor de deur aan het knikkeren is, wordt het Mel soms te veel en dan barst hij spontaan los in een “Oh shut up!!” De kinderen kijken 2 seconden geschrokken en gaan dan gewoon verder. De kans dat de imam ooit zijn mond zal houden op verzoek van Mel schat ik ook niet hoog in.

Gelukkig hebben we voldoende ontsnappingsmogelijkheden. Deze blog gaat de deur uit vanuit het Al Johari restaurant met uitstekend internet, uitzicht over de Indische oceaan en hele aardige obers, die je met rust laten. We hebben de keuze uit een aantal van die exotische plekken, en zelfs onze voormalige gastheren in het Abusohotel vragen ons regelmatig wanneer we weer eens langskomen. We houden het nog wel even uit hier.

Het is ’s avonds wel heel gezellig op de markt nu. Mensen szoeken een plek op een van de houten banken aan lange tafels, en kopen eten per bord. O.K. hygienisch is anders, maar wij zijn nog nooit ziek geworden, dus wij hebben óf betonnen magen, óf het valt wel mee met al die microben. Wij eten er regelmatig en blijven dan nog even hangen om koffie te drinken, en doen zo nog aardig was Kiswahili op.

Het wordt meestal pas om een uur of 10 rustig. Maar dan komen de musikanten. Een groep zangers uitgerust met trommels die tussen 10.30 en 1 door de buurt trekken om iedereen erop attend te maken dat er nog gegeten mag worden. Alsof je dat anders zou vergeten! Het klinkt best leuk, sommige van die jongens hebben mooie stemmen, en ze hebben er groot plezier in om voor de mzungus te spelen, dus ze blijven lekker lang voor onze deur staan. Maar het is oorverdovend dus je kunt wel vergeten dat je er doorheen zou slapen.

Dat huis! Zaterdag, 22 augustus, op de dag dat Ramadan begon, was het dan eindelijk zo ver. We hebben meubelen: een bed, toch niet onbelangrijk, en een sofa en twee stoelen. Natuurlijk is het in de verste verte niet wat we wilden. Gelukkig had ik geen enkele illusie wat dat betreft. Maar nu we zelf wat heen en weer geschoven hebben, lijkt het toch op een echt thuis.

Mel zit helemaal in zijn rol van ‘accompanying spouse’ en maakt ontbijt voor zijn carrierevrouw voordat ze naar haar werk vertrekt. Hij maakt de smoothies en cremeert het brood, terwijl ik me in het dagelijks avontuur met de douche stort. Soms heb ik zelfs een warme douche. En vervolgens laat ik me bedienen terwijl ik probeer te bedenken wat ik wel en niet moet meenemen om de dag met sukses door te komen.

Water ja of nee, voedsel ja of nee, laptop ja of nee. Je kan niet eten en drinken in het gezelschap van je honger en dorst lijdende collega’s. Je moet altijd maar weer afwachten of je zelfs maar de tijd hebt om naar Mtoni Marine te gaan om te internetten, en zo enthousiast ben ik toch al niet over dat stuk lopen heen en terug. In de dala dala is het alleen maar een extra hindernis, vooral als hij vol is en ik op een miniscuul stukje van de bank mezelf in evenwicht moet zien te houden, en me naar binnen en buiten moet wringen over kinderen, benen, tassen, manden, emmers met vis, en een keer zelfs een geitje. Meestal blijft de laptop dus thuis, en dan grijp ik natuurlijk mis als ik toch lesmateriaal of aantekeningen wil bekijken, of dingen op wil zoeken op de website van de British Council.

Bij ons vandaan is het hooguit 5 minuten naar de weg, waar aan de overkant een bushalte is. Oversteken blijft een avontuur, vooral als je bepakt en bezakt bent. Mel blijft achter, en in theorie, ‘doet’ hij vervolgens het huis. Helaas hebben we nog wat strijd over wanneer het huis ‘gedaan’ mag worden beschouwd, hij is al heel snel tevreden, en over het tijdig uitschakelen van de hotplates en het dichtdraaien van kranen.

Iedereen die ooit electrisch gekookt heeft, weet hoe verraderlijk dat opwarmen en dan warm blijven van die platen is. De kranen is een ander verhaal. Het is heel moeilijk in te schatten of ze echt dicht zijn als er geen stromend water is. En dus stroomt ons kostbare water weg uit lekkende kranen wanneer er voldoende druk is. We hebben het zelfde soort probleem als de stroom uitvalt. Zijn die lampen nu aan of uit? En we beginnen nu pas door te krijgen hoe de waterpomp werkt. We waren hiervoor nooit lang genoeg in huis om te zien of en hoe het werkte.

In onze ‘steeg’naast het huis, afgesloten met een stalen buitendeur waarvan alle sloten onomkeerbaar zijn vastgeroest , is een soort van drinkbak waar we de (hand)was kunnen doen en ophangen. Tussen die bak en de buitendouche voor onze niet bestaande maid, staat een grote plastic ton. Daar stroom op ongeregelde tijden water in. Er zit een soort van vlotter in die automatisch de toevoer afsluit als het water een bepaald peil bereikt heeft. Vervolgens kan het water omhoog gepompt worden naar een reservoir op het dak met behulp van een kleine electrische motor onderaan de ton.

Water stroomt meestal vroeg in de morgen en laat in de avond. Je kunt pas pompen als het grondreservoir vol is en nooit langer dan 5 minuten, anders staat de pomp lucht te pompen. Met een beetje mazzel stroomt het water dan nog steeds, loopt het reservoir weer vol en kunnen we nóg een keer pompen en nóg een keer. We hebben pas druk op de kranen als het reservoir op het dak vol is. Vandaar dat het in het begin nog wel eens een loterij was of we konden douchen.

Voldoende druk hadden we nog niet beleefd en we begrepen dus nog steeds helemaal niets van het systeem toen we in het huis trokken. Maar sinds we hier wonen hebben we het helemaal door. Pomp meteen aanzetten als je ’s morgens opstaat, en blijven pompen zolang je water geleverd krijgt. In het zeldzame geval dat we ’s avonds ook nog water krijgen, pompen we voor we naar bed gaan ook nog even. En dan hebb en we echt een prima douche ’s morgens. Het enige waar we nog steeds niet achter zijn is waarom het water soms uit de ene kraan stroomt en soms uit de andere.

Een enkele keer horen we overdag nog water stromen, dus dan pompen we ook. We hebben het reservoir op het dak zelfs al een keer laten overstromen! Daaar staan dan weer dagen tegenover dat we helemaal geen water krijgen, of alleen maar een zielig straaltje. Maar daarvoor hebben we dan altijd nog onze reserve container in de douche, die we steeds gevuld houden. We hebben hem eigenlijk alleen de eerste dagen hoeven te gebruiken om ons te wassen. In Nigeria was de container de enige watervoorraad die ik had, dus dit is al onvoorstelbare luxe.

Bij gebrek aan een koelkast gebruiken we die container ook om de fles yoghurt koel te houden, en hopenlijk in de toekomst, als we eindelijk hebben uitgevonden hoe we drank geleverd kunnen krijgen, ook ons bier.

Ondertussen blijft het tobben met de ZIToD. Daar zit VSO wel bovenop gelukkig, dus afgelopen maandag kreeg ik mijn programma manager, Tim, al op bezoek. Hij had zijn komst ruim van te voren aangekondigd bij de ZIToD, maar toen hij arriveerde, waren de hoogwaardigheidsbekleders weer nergens te vinden. De directeur bleek naar Maleisië te zijn afgereisd. Waar Abbas was, offieel mijn baas, bleef onduidelijk.

Tim besloot eerst met Lisenka te praten over hoe zij de toekomst van ZIToD ziet, dus ik ging mijn laatste groep van die dag lesgeven.Terwijl ik met ze in de weer was, zag ik Abbas langs mijn lokaal schuiven in de richting van zijn kantoor. Als hij mij gezien had, had hij zich vast wel ergens anders verstopt. Nu kon ik Tim melden dat hij in zijn kantoor zat, en Lisenka ging hem halen.

Ik hoefde weinig bij te dragen aan het gesprek. Tim stak een verhaal af over hoe moeilijk het is voor volunteers om zich op hun werk te concentreren zolang hun leefomgeving niet in orde is en eiste aktie. Abbas beloofde dat alles gisteren voor elkaar zou zijn. Tim sprak over mijn opdracht waar ik niet aan toe kwam omdat ik veel te veel lesuren had. Abbas beloofde het lesrooster aan te passen. Tim vond het heel vreemd dat ik na een maand bij de ZIToD nog steeds niet officieel was voorgesteldaan mijn collega’s. Abbas zou het meteen in orde maken. Waarom was mijn contract nog steeds niet getekend, en hadden Abbas en ik nog steeds niet samen een tijdpad uitgezet?, wilde Tim weten. Abbas beloofde dat het nu allemaal snel helemaal in orde zou komen.

Maar toen Tim aandrong op vergaderingen met alle teachers and heads of programmes nog diezelfde week kwam de aap uit de mouw. Abbas zou die woensdag naar China(!) vertrekken voor een management cursus van een hele maand. De blik die Tim en ik met elkaar wisselden sprak boekdelen, denk ik, want Abbas begon heel ongemakkelijk te schuivelen. Tim stond erop dat Abbas nog vóór zijn vertrek naar China uitgebreid mijn programma met me zou doornemen en me voor zou stellen aan mijn collega’s. Abbas stelde dinsdag in de pauze van half 11 voor.

Zodra ik de volgende dag naar mijn leslokaal was vertrokken, kwam Abbas Lisenka vertellen dat hij me onmogelijk om half 11 kon spreken omdat hij naar de minister van onderwijs moest, en daarna naar de Chinese ambassade. Het zou wel 2 uur worden. Lisenka deed wat had Abbas had moeten doen, en liep mijn leslokaal binnen om me dat te vertellen. Ik sprintte naar de plek waar het bedrijfsbusje geparkeerd staat en trof hem en Said, die met hem mee is naar China, net voor ze wegreden. Ik had andere plannen voor die middag en wilde wel even zeker weten of Abbas en om 2 uur wel zou zijn. Abbas was inmiddels van gedachten veranderd. Het kon wel eens 4 uur worden, of misschien zelfs 5 uur. Ik zei dat ik zonodig tot middernacht zou wachten, maar dat dat dat gesprek er komen moest. Abbas was niet blij.

Toen ik een half uur later de staff room binnenliep zat Said daar. De minister was in vergadering en moesten om 2 uur terug komen, en de ambassade had toegezegd de visa de volgende dag klaar te hebben. Al met al waren ze nog geen kwartier de deur uitgeweest. Abbas was in zijn kantoor, wist hij te melden. De hufter! Ik liep naar ons kantoor om mijn pen en papier te pakken en vertelde Lisenka dat ik Abbas even ging klemzetten.

In zijn kantoor vond ik een uiterst vroom biddende Abbas. Dat gebed duurde en duurde. Hij moet zó gehoopt hebben dat ik het fatsoen zou hebben hem in vrede te laten bidden. Terwijl ik zat te wachten, hoorde ik Lisenka’s telefoon gaan en vervolgens kon ik woordelijk het hele gesprek horen.
Vandaar dat Abbas me altijd wist te ontwijken. Hij weet precies wanneer ik er wel en niet ben en hij wist dus ook dat ik op het oorlogspad was.

Na 45 minuten stak een van mijn collega’s zijn hoofd om de deur en vroeg Abbas te spreken. Het gebed eindigde abrupt. Die collega,dat was urgent, Abbas had nu even echt geen tijd voor me, kon ik later terugkomen? Nee, dat kon ik niet, ik was eerst en de collega kon vast wel even wachten. “Hakuna Matata”, zei de collegaen trok zich terug, en Abbas schikte zich dan toch eindelijk in zijn lot.

Uiteindelijk was het helemaal geen slecht gesprek. Het nieuwe semester begint op 28 september. Per die datum moet ik een nieuw lesrooster hebben. Had Abbas er wel rekening mee gehouden dat ik maar 15 uur zou lesgeven? Nee, natuurlijk niet. Voor zover ik bekijken kon wat hij inmiddels op papier gezet had, stond de teller op 9 uur per dag! We spraken ter plekke af dat ik les ga geven van maandag t/m woensdag van 9 tot 1, waarvan één uur per dag voor de staf is gereserveerd. Welke studenten de gelukkigen zouden moeten zijn, kon Abbas niet bedenken. En of hij daar in China veel over gaat nadenken betwijfel ik, dus dat kan nog spannend worden.

Buiten praten met de studenten in de les, en het steeds verder naar beneden bijstellen van mijn lesmateriaal, heb ik nog helemaal niets gedaan aan een ‘needs assessment’. Maryam gaat afspraken voor me maken met hotels (zei Abbas) en dan kan ik met hotelmanagers spreken over wat zij belangrijk vinden. Hoe Abbas dat met Maryam, die al dagen door afwezigheid schitterde, dacht te communiceren, werd niet duidelijk. In elk geval weet Maryam nog van niets, begrijp ik van Lisenka, die haar vrijdag gesproken heeft.

Abbas ging mijn collega’s halen om ze allemaal officieel aan me voor te stellen. Interessant om al die mensen met wie ik dagelijks mijn ‘habaris’ uitwissel, en die ik meestal volstrekt niets zie doen, te horen voorstellen als ‘heads of programmes’. Abbas sommeerde ze om mij hun curricula en lesmateriaal te geven, zodat ik kon bekijken hoe Engels in het grote geheel kon worden ingepast. Er werd instemmend geknikt. Lisenka en ik denken dat die curricula helemaal niet bestaan en dat Abbas me daarom zo stelselmatig ontwijkt, dus ik betwijfel of ik ze ook echt ooit krijg.

Abbas legde uit dat ik de hele staf vanaf september zou gaan lesgeven, en niet alleen het selecte groepje van enthousiastelingen die uit zichzelf kwamen. De heads of programmes durfden geen ‘nee’ te zeggen, maar vonden duidelijk dat ze geen Engelse les nodig hadden. Het bleef ongemakkelijk stil.

Uiteindelijk besloot Abbas dat de ‘personnel director’, die ik nog nooit ontmoet heb, een lijst met alle namen voor me zal opstellen en een roostertje van welke collega’s op welke dag de les komen volgen. Ik kan je melden dat noch de curricula, noch het lesmateriaal, noch die namenlijst op mijn bureau zijn gelegd tot nu toe, en ik verwacht ook niet dat het ooit gaat gebeuren.

Hadden zij nog vragen aan mij? Was ik getrouwd, had ik kinderen, kon ik mijn man en kinderen zo maar alleen laten? Als er al nieuwsgierigheid was naar wat ik nou eigenlijk kom doen, dan wisten ze het goed te verbergen. Toen was het 12 uur en tijd voor het middaggebed. Iedereen vertrok naar de moskee voor een gebed dat nog geen 10 minuten duurt. Ik heb ze de rest van de middag geen van allen meer gezien.

Woensdag heb ik het gesprek met Abbas uitgewerkt en per email naar hem toegestuurd met een cc aan de directeur en aan Tim. Daarna heb ik dezelfde lijst, maar deze keer voorzien van mijn commentaar, naar Tim gestuurd met de conclusie dat ik zal proberen zoveel mogelijk van het werk te verzetten waar ik voor gekomen ben, maar dat ik, als ik in september geen verbetering zie in de communicatie en de werkomgeving, mezelf het recht voorbehoud mijn tijd en energie elders in te zetten, waar daar meer behoefte aan is, bij Suzanne bijvoorbeeld, of bij andere projecten die wel lopen. Je ziet, ik heb wel wát geleerd in Nigeria.

We gaan komende woensdag naar de oostkust, naar Jambiani, waar VSO wil gaan ondersteunen bij een ander onderwijsproject. Wij zijn er om twee redenen in geinteresseerd: 1 het sluit aan bij wat Suzanne doet, en we hopen dus op samenwerking, 2 als ik besluit dat ik het wel gezien heb bij ZIToD, zou dat een uitwijkmogelijkheid zijn. Tegelijkertijd kunnen we dan ter plekke een project bekijken waar Friends of Tanzania in geinteresseerd is. Die hebben Mel verzocht een aantal van hun projecten op Zanzibar te evalueren nu hij er toch is. Meer hierover in een latere blog.

Toen Abbas veilig naar China was afgevoerd, werd het weer tijd om Serenge achter de vodden te zitten. We hebben nu inmiddels dan wel een bed, een kooktoestel en een foeilelijk bankstel, maar onze kleren en boeken liggen nog steeds in stapels op de grond, want kasten of planken hebben we niet, de wc bril is nog niet gerepareerd, in de keuken zijn alle knoppen van de kastjes en laden afgekomen, en de waslijn moet verhangen worden. Allemaal van die dingen die een maand geleden al gedaan zouden zijn. Ik vermoied maar zo dat Serenge denkt dat hij nu klaar is met ons, dus hem van het tegendeel ovdertuigen en hem tot aktie prikkelen, daar zou de komende dagen nog wel eens de meeste energie in kunnen gaat zitten.









  • 30 Augustus 2009 - 15:17

    Ineke A:

    het zou denk ik niets voor mij zijn, (al dat gedoe, loze beloftes en zelf overal achter aan moeten) maar ik vind t heerlijk om over jullie belevenissen te lezen en zo mee te leven

    succes maar weer met alles
    en tot lezens

  • 30 Augustus 2009 - 16:46

    John Cuijpers:

    Hallo Wil,

    Ik geniet steeds weer van je verhalen, ook omdat je ze met veel gevoel voor humor en relativiteit weet op te schrijven. Ik heb je al eens gezegd dat er misschien wel een boek inzit t.z.t. Wie weet? Sterkte daar en groeten aan Mel.

    John

  • 01 September 2009 - 01:47

    Kristel:

    Wat een verhalen weer! Leuk om te lezen, je schrijft heel beeldend. Veel succes met alles!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

WHM

gezicht 2022

Actief sinds 04 Sept. 2006
Verslag gelezen: 251
Totaal aantal bezoekers 129932

Voorgaande reizen:

21 Juni 2019 - 21 Juni 2019

PUM missies in Yogyakarta

04 November 2015 - 27 November 2015

Trouble in Paradise

07 Mei 2012 - 26 Mei 2012

Mijn eerste reis

Landen bezocht: