Epische avonturen - Reisverslag uit Maseru, Lesotho van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu Epische avonturen - Reisverslag uit Maseru, Lesotho van WHM Koningsbrugge - WaarBenJij.nu

Epische avonturen

Door: Wil

Blijf op de hoogte en volg WHM

27 Juni 2010 | Lesotho, Maseru

Zaterdag, 19 juni

“Oh Christ! Oh shit! Oh Jezus! Oh you mother fucker”! Mel en ik zijn op weg naar Semonkong in de Thaba-Putsoa range en de laatste 65 km rijden we over een smalle landweg vol kuilen, omhoogstekende rotspunten en door de regen uitgesleten greppels in scherpe haarspeldbochten steil omhoog. We hebben de bedrijfstoyota en die staat nogal laag op zijn wieltjes, dus we raken met regelmaat de verradelijke rotspunten met onheilspellend geknars en gebonk. Soms zijn de greppels zo diep uitgesleten dat we moeten uitstappen om te kijken hoe we er het beste overheen kunnen gaan zonder dat we vast komen te zitten.

Het uitzicht is adembenemend, vooral nu de zon ondergaat, maar Mel heeft er geen oog voor, hij zweet peentjes, niet alleen omdat hij verwacht elk moment over de rand te gaan, maar ook omdat die auto niet van ons is, en hoe gaat hij zijn collega’s uitleggen dat hij hem in puin gereden heeft! Ik ben blij dat ik mijn mitella omgedaan heb, want we worden heen en weer geschud alsof we op een nukkig paard zitten . Maar verder maak ik me niet zo druk. Ik heb meer vertrouwen in Mels rijkunst dan Mel zelf.

Volgens de brochures is de weg goed berijdbaar en doe je er ongeveer 3 uur over vanaf Ladybrand. We zijn dus te laat uit Maseru vertrokken, want dat zou voor ons immers maar 2,5 uur zijn, en Mel wilde wel eerst even uitslapen natuurlijk, en daarna bleek Richard, Mel’s team leader de auto nodig te hebben. Uiteindelijk waren we dus pas om half 2 de deur uit. Inmiddels zijn we ruim 4 uur onderweg en het zal met anderhalf uur stikkedonker zijn. Mel bedenkt tussen het vloeken en tieren door rampenplannen voor als we ergens stranden en zegt iedere 5 minuten dat hij in het eerste het beste dorp gaat stoppen en onderdak vragen aan de dorpelingen.

En dan, als ik toch ook begin te denken dat we het niet redden om voor het donker van die bergweg af te zijn, worden we door luid getoeter opgeschrikt. Er zit een bus achter ons die er langs wil! In plaats van opzij te gaan stopt Mel en stapt uit om met de chauffeur te praten en die verzekert ons dat we zélfs in ons kleine autootje binnen het uur in Semonkong zullen zijn als we dan nu even ruimte voor hem willen maken. De passagiers maken massaal gebruik van deze ongeplande stop. Overal staan rijtjes mannen wedstrijdjes vérplassen te houden.

Zodra we aan de kant gemanouvreerd zijn, dendert de bus in volle vaart langs en verdwijnt in een paar minuten in een grote stofwolk in de verte. Maar toch, het idee dat die bus ergens in de verte voor ons is, geeft moed. Er zijn anderen onderweg. Er is leven in deze bergen.

Uiteindelijk rijden we de brug over een spectaculaire rivier op en Semonkong binnen op het moment dat het allerlaatste licht verdwijnt en worden we gered door een straatlantaarn hier en daar. Bij het busstation pikken we twee Amerikaanse meisjes op die voor de wereldcup naar Zuid Afrika gekomen zijn en tussen de wedstrijden door een toer door Zuid Afrika, Lesotho en Zwasiland maken. Zij zijn met de bus gekomen en lopen nu met hun zware rugzakken de weg op naar de lodge waar wij ook geboekt hebben. Mels zenuwen zijn aan flarden. Gelukkig zijn zij er om ons over de laatste hindernissen heen te helpen: twee diepen kuilen over de hele breedte van de weg die vol water staan en waarvan we in het donker niet kunnen inschatten hoe diep ze zijn. Wij lopen met zijn drieen door het water in onze waterdichte bergschoenen, en dan durft Mel er wel achteraan te rijden. Daarna is het nog een half uur in het donker over weer zo’n vreselijke landweg. Tegen de tijd dat we eindelijk inchecken is het half 8. We lopen onder een schitterende sterrenhemel naar onze rodavel.

Hoewel de lodge vol voetbalenthousiasten zit, kan niemand me vertellen hoe Nederland-Japan is afgelopen, maar iedereen heeft het over het bezoek van de Britse prinsen en hun entourage die we net zijn misgelopen. Ze hebben van dinsdag tot vanmorgen in de lodge gelogeerd. Beide jongens steunen plaatselijke charities en hebben hun enthousiasme voor voetbal gecombineerd met een bezoek aan hun beider projecten. Iedereen is vol lof over de jongens die onder alle omstandigheden vriendelijk en beleefd blijven, en heeft geen goed woord over voor de onbeschoftheid en opdringerigheid van de Britse pers. Zo hoor je het ook eens van een ander dan alleen uit Britse kranten.

Zondag 20 juni

De lodge ligt nog eens zo’n 1000 meter hoger dan Maseru, en het is er ongelooflijk koud. Met 3 dikke wollen dekens , een enorm dekbed, en de kachel de hele nacht aan, is het evengoed prima uit te houden. Maar Mel doet nauwelijks een oog dicht vanwege de terugrit die door zijn hoofd spookt. Hij heeft al geinformeerd of er niet een chauffeur beschikbaar is die ons kan terugrijden als we hem dik betalen, maar de manager is niet onder de indruk. Mensen komen in nog wel kleinere autootjes en het gaat altijd goed. Mel zal het zien, de terugrit is veel makkelijker, want dat is die 1000 meter weer omlaag in plaats van omhoog en bovendien hebben we volop daglicht.

Semonkongs belangrijkste attractie is de hoogste waterval van Zuid Afrika, 186 meter volgens de brochure, die nu gedeeltelijk bevroren is, maar Mel is niet te bewegen om eerst de tijd te nemen om die waterval te gaan bekijken. Hij wil meteen na het ontbijt weg. En ik begrijp zijn onrust. En ik heb wel eens vaker een waterval gezien, nietwaar. De terugrit is minstens even adembenemend, en inderdaad veel makkelijker, en dus maken we regelmatig fotostops om bevroren watervalletjes en prachtige berggezichten te fotograveren. Uiteindelijk zijn we om 12 uur al in Roma, vanwaar de weg geasfalteerd is. Roma is Lesotho’s universiteitstad, dus we besluiten om daar te gaan lunchen en de universiteit te bekijken. Het valt ons alleszins mee. Het ziet er allemaal prettig en goed onderhouden uit, ook de klaslokalen. HMMMM misschien moesten we daar allebei maar een baantje als lector zoeken.

Om 2 uur zijn we weer in Maseru, net op tijd voor het muziekfestival van de Alliance Francaise en dus gaan we daar nog even heen. Goeie band, goeie muziek! De zangeres zet mijn favoriete Miriam Makeeba nummer, de Click Song in als we binnenlopen, en ze heeft een geweldige stem. Mijn weekend is helemaal goed! Mel is gevloerd, maar als ik voorstel om nog een keer naar Semonkong te gaan maar dan met de bus roept hij enthousiast dat hij nu weet hoe hij over zo’n vreselijke weg moet rijden, dus dat we de volgende keer ook wel met de auto kunnen gaan. ’s Avonds hoor ik hem via skype out opscheppen tegen Jonas over zijn ervaringen. Het is inmiddels een episch avontuur geworden.

Zondag 27 juni

Amerika heeft gisteren van Ghana verloren en Engeland is net door de Duitsers ingemaakt. Spannende wedstrijden allebei, en Nederland-Cameroon was ook lang niet slecht. Ik begin toch langzamerhand enthousiast te worden voor die wereldcup al denk ik niet dat Nederland veel kans maakt tegen de Duitsers! Alleen die vuvuzela’s drijven je tot wanhoop. Dat lawaai gaat de hele dag door, hoewel het wel iets rustiger geworden is nu ZA uit de strijd is.

Er is zat gebeurd de afgelopen weken, maar typen is lastig als jet het met één (linker)hand moet doen. Dus moest het bloggen even wachten. Ik ben op 1 juni in Bloemfontein aan mijn schouder geopereerd en de genezing gaat toch wat trager dan ik gehoopt had. Ik gebruik nu allebei mijn handen weer, maar kan niet lang achter elkaar typen want dan wordt de pijn echt heel onprettig.

Die operatie had jaren geleden al moeten gebeuren, maar met de wachtlijsten in Nederland kon ik dat maar niet geregeld krijgen. We waren er nooit lang genoeg, en in de tropen had ik ook vaak niet zo heel veel last door de warmte, al moest ik vooral niet gaan zwemmen of iets anders doen waar ik mijn arm veel bij moest gebruiken. Maar naarmate het kouder werd in Lesotho, werd de schouder steeds pijnlijker en de arm steeds stijver. En... Zuid-Afrika heeft geen wachtlijsten!

Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt en een goed bekendstaand ziekenhuis in Bloemfontein – de dichtstbijzijnde grote stad – een email gestuurd met het verzoek me de contactgegevens van de daar werkende orthopaeden door te geven. Binnen een uur had ik een email terug met 5 emailadressen. Ik heb ze alle 5 een mailtje gestuurd en gevraagd wie me op korte termijn zou kunnen zien. Dokter Werner van der Merwe antwoordde per kerende post dat hij dezelfde week nog wel ruimte had, ik moest maar even bellen voor een afspraak.

Menzis lag dwars en wilde me allerlei documenten laten opvragen bij de huisarrts en het OLVG die naar mij opgestuurd moesten worden, en die ik dan weer moest bijvoegen in een officieel schriftelijk verzoek die operatie in het buitenland de laten uitvoeren. Het bleek niet mogelijk ze duidelijk te maken dat de post naar het buitenland er gemiddeld 3 weken over doet, en dat post naarLesotho meestal helemaal niet aankomt. Uiteindelijk gingen ze akkoord met verrekening van alle kosten bij thuiskomst. Dat hakt er in financieel, maar het moet te doen zijn.

We besloten er meteen maar een mid-week uitje van te maken. Mijn afspraak was voor donderdag 3 uur en dus waren we ’s morgens om 8 uur al op weg. Angela ging mee voor de gezelligheid. We gingen er vanuit dat we met 10 minuten wel de grens over zouden zijn, maar Zuid Afrika had juist die week besloten dat er veel strenger gecontroleerd moet worden aan alle grenzen met Lesotho, en dus moet ieder paspoort, maar dan ook ieder paspoort gecontroleerd worden. En dus stonden we ruim 3 kwartier in de rij in de vrieskou. De Amerikaanse ambassadeur stond achter ons in de rij. Dat maakte veel goed, moet ik zeggen.

Bloemfontein is een moderne, steriele stad. De meeste historische gebouwen zijn afgebroken om plaats te maken voor enorme Malls. Voor het weinige overgeblevene van historische waarde moet je echt zoeken. Dat hadden we eerder al eens ondervonden toen we er een weekend waren, dus deze keer waren we goed voorbereid. We begonnen ons dagje uit in het War Memorial Women and Children museum, een uitstekend museum over de Boer Wars en de concentratiekampen waar de Engelsen duizenden vrouwen en kinderen interneerden met dramatische gevolgen, zowel vanuit het Afrikaander als van het Engelse perspectief en met opvallend v eel ruimte voor het leed dat de zwarte bevolking is aangedaan.

Ons hotel was recht tegenover het ziekenhuis, dus nadat we hadden ingecheckt, wandelde ik naar de overkant, Angela ging winkelen en Mel ging aan de slag met het rapport dat hij de week daarna moest indienen. Het secretariaat stuurde me naar de röntgen voor schouderfoto’s en toen ik terugkwam was ik vrijwel meteen aan de beurt. Werner bekeek de foto’s, maakte voor alle zekerheid nog even een scan en sprak: “je hebt gekijk, dat moet gerepareerd worden. Ik kan je dinsdag opereren.” Dat was wel heeel snel, en dat ontnam me dus meteen de mogelijkheid er nog eens over na te denken en dan toch weer te besluiten het niet te doen. Het boeken van de opname en het hotelbed nam meer tijd in beslag dan mijn doktersafspraak.

En toen was het party time, een wilde avond in bruizend Bloemfontein. Ehhh niet dus. Er is weinig te beleven in Bloem. Ik hoop dat ze de boel een beetje hebben opgeleukt voor de voetbalsupporters, waarvoor ieder hotel en restaurant de prijzen verdrievoudigd heeft.

Op de terugweg stonden we ruim 2,5 uur in de rij bij de grens, tussen duizenden boze Besotho, die luidkeels hun ongenoegen met hun eigen regering bespraken. Kennelijk heeft Zuid-Afrika Lesotho minstens een half jaar geleden al gewaarschuwd dat ze de ongelooflijke paspoortcorruptie moesten aanpakken en er was niets gebeurd. De World Cup was een mooie gelegenheid om de veiligheidsmaatregelen aan te scherpen en dus werden de grenzen vanaf 23 juni gesloten voor iedereen die niet een door Zuid-Afrika erkend paspoort kan overleggen – de halve Lesotho bevolking.

De gevolgen zijn dramatisch. We ontmoeten op het moment regelmatig mensen in Lancers die het wachten aan de grens hebben opgegeven en zichzelf een nachtje in een hotel hebben geboekt. In de spits loopt de wachttijd op tot 5 uur en het is bitter koud. Besotho die in Zuid Afrika werken, worden aan de Lesotho kant weggestuurd, met acute armoede als gevolg. Vrachtwagens met bevoorrading voor de supermarkten en hotels blijven dagenlang in Zuid-Afrika staan.

Met deze ervaring in het achterhoofd stonden we op 1 juni al om 7 uur in de rij voor de grens, want ik moest me om 11 uur melden. Het is anderhalf uur rijden naar Bloem en we arriveerden precies om 10 uur bij het hotel. Ik bedoel maar ....

Het was nog even panieken bij de opname, want de hotelkosten moesten vooraf betaald worden en mijn creditcard bleef weigeren. Uiteindelijk heeft Mel betaald met zijn visa card. Ik ben nu al 3 weken bezig ABNAMRO zover te krijgen me een uitleg te geven over het niet werken van die creditcard, er moet uiteindelijk ook nog een doktersrekening betaald worden, maar ook dat is een instantie die maar niet begrijpen kan dat je in een derde-wereldland als Lesotho niet beschikt over de mogelijkheden die je in Nederland hebt, en dat het wat lastig is om de post die ze naar Diemen sturen hier te lezen, dus ik heb nog steeds geen fatsoenlijk an twoord.

Toen de rekening dan toch eindelijk betaald was, werd ik naar de afdeling gestuurd, waar een verpleegster me naar een bed bracht om verdere actie af te wachten. Een andere verpleegster bracht een soort van operatiehemd en begon met het invullen van zo’n 20 formulieren. Is dat in Nederland ook zo’n stapel? De vrouw in het bed tegenover me zei dat ik beter maar meteen dat hemd kon aantrekken want daar zou geen tijd meer voor zijn als ze me kwamen halen. En 10 minuten later was ik inderdaad op weg. De anaesthesist legde me de procedure uit en zei: “slaap lekker!” Ik zei: “ik voel nog niets!” en had vervolgens 3 verpleegsters om mijn bed staan. “Is het de bedoeling dat ik wakker ben?” vroeg ik toch enigszins ongerust. “Yes, dear, you are in the recovery room!” zeiden ze. Mel zat te lezen toen ik werd binnengereden. Ik was precies 2 uur weggeweest.

Vanaf Lancers Inn kun je de plaatselijke bajes zien liggen. Mel had al eens gezegd: “waarom biedt je daar je diensten niet aan?” Het leek me een goed idee, maar aktie had ik nog niet ondernomen. Toen ik het er met Angela over had, was ze meteen enthousiast. Dus besloten we er samen gewoon een keer heen te lopen en aan de bewaking te vragen met wie we zoiets zouden moeten bespreken. De bewaking wees vaag naar binnen en zei dat we het maar even bij de administratie moesten vragen. Daarna konden we doorlopen. De administratie zei dat er geen les gegeven werd in de mannengevangenis, maar dat er een school was in de jeugdgevangenis en dat ze daar altijd zitten te springen om docenten.

De jeugdgevangenis is een half uur lopen van Lancers Inn, erg goed voor onze conditie dus. De ontvangst was hetzelfde. Een nonchalant wijzende bewaker was de enige hindernis die overwonnen moest worden. De direkteur, een man van voor in de dertig ontving ons enthousiast en gaf ons een rondleiding. We konden meteen de volgende dag beginnen. Dat was de woensdag voor mijn doktersafspraak, dus we besloten dat we de maandag erna zouden beginnen. Uiteindelijk heeft Angela de eerste week alleen gedaan, want ik was toch wat wankeler op de benen dan ik had ingeschat, maar de week erna ben ik gewoon weer aan het werk gegaan.

Het is een beetje een zootje, maar ik heb in Nigeria veel erger gezien in gewone scholen. De slaapzalen zijn schoon en de daken en muren zijn heel. Er is zelfs een fatsoenlijke was- en toiletruimte. De studenten slapen op matrassen op de grond, maar ze hebben allemaal warme kleding en voldoende dekens. De klaslokalen is weer een ander verhaal, ze zijn stervenskoud, er is geen verwarming en er zitten gaten in de muren en het dak . Maar er zijn borden om op te schrijven, er staan wat tafels en stoelen en er zit glas in de ramen. De studenten hebben schrijfmateriaal en er zijn wat boeken beschikbaar. We hebben allebei wel met minder gewerkt.

Werner heeft een briefje uitgeschreven voor mijn werk waarin hij zegt dat ik een maand moet rusten. Maar voor die paar uur in de week dat wij werken, leek me dat overbodig. Ik houd mijn mitella om en Angela schrijft voor me op het bord wanneer dat nodig is. Als we het heel erg koud krijgen, vluchten we even de zon in om op te warmen. De kinderen schijnen er niet veel last van te hebben.

Volgende week vliegt Angela weer naar Australië. Dan laat ik de studenten verder zelf op het bord schrijven. Het is allemaal erg uit de losse pols. Officieel hebben de gevangenen – “only petty crimes, all due to poverty” – ’s morgens tussen 9 en 1 les. In de middag hebben ze allerlei taken, onderhoud van gebouwen, werken in de tuin, of verzorging van de dieren. Maar in werkelijkheid moet het ontbijt vaak nog beginnen als wij arriveren, en daarna is er natuurlijk nog roll call, dus meestal zien we ze niet voor half 10, en dan moet er eerst nog geruimd en geveegd worden en met stoelen gesleept, want wij vinden dat de leslokalen ook schoon moeten zijn en dat alle studenten een stoel moeten hebben.

Meestal wachten we buiten in de zon tot we aan de gang kunnen gaan, maar soms is de dag grauw en koud en dan wachten we in het kantoor van Julius, waar de kachel brandt. Op Julius’ bureau ligt een groot en dik boek waarin de bewakers de gegevens over de kinderen noteren. Angela is nog brutaler dan ik, dus iedere keer als wij in Julius’ kantoor zitten dan opent zij het boek en leest voor. Niks ‘petty crime’, de gemiddelde gevangene zit voor: gewapende overval, dood door schuld, zware mishandeling, verkrachting, verkrachting met zware mishandeling, beroving met zware mishandeling en ga zo maar door.

En het zijn kinderen! Allemaal kwetsbare, verwaarloosde kinderen die heel veel hebben meegemaakt. Het zijn allemaal stuk voor stuk AIDS wezen die op straat hebben geleefd.
Petty crime? Nou nee. Armoede? Absoluut. En ze zijn allemaal dankbaar voor iedere hulp die ze krijgen. Het is net zo eenvoudig om naar buiten te komen als het is om naar binnen te komen. Maar niemand loopt weg. En waarom zouden ze? Ze hebben een bed, een dak boven hun hoofd, warme kleding en 3 maaltijden per dag. En de meesten krijgen voor de eerste keer van hun leven onderwijs.

Maar er zitten ook vogeltjes tussen die we niet kunnen plaatsen. Ik geef priveles aan een van de meisjes. Ze steekt met kop en schouders boven de rest uit. Haar Engels is vlekkeloos en ze heeft verhalen over International Schools, skilessen en vakanties in het buitenland. Maar we krijgen niet helder wat ze heeft uitgespookt. Ze is de enige die het literatuurexamen doet en dus verdiep ik me tegenwoordig weer in Shakespeare, Richard III maar liefst, poezie en een aantal moderne schrijvers.

Met de organisatie van de conferentie, de ochtenden in het Juvenile Training Center en de voorbereiding van de lessen heb ik het al met al best druk.De dagen vliegen voorbij. We hebben nog 8 weken hier en we willen nog van alles zien en doen. We proberen dus elk weekend op stap te zijn. De rest van mijn vrije tijd deze week gaat vooral zitten in het uitvinden waar we met de bus naartoe kunnen en met het boeken van tours voor die plaatsen waar we niet met de bus kunnen komen. Als Mel er ook een beetje plezier in wil hebben, dan moesten we toch maar niet meer met die Toyota op stap!




  • 28 Juni 2010 - 09:56

    Wil Smit:

    Hoi Wil,

    Een heel relaas en dat met een arm (of 5 vingers?). Wat een gebeurtenissen en actie weer in dit verhaal. En wat een energie straalt het uit. Fijn dat het zo goed gaat. Hier alles ok maar ook druk zo vlak voor eind schooljaar. Je weet het vast nog wel. Aan het eind van mijn Latijn en van alles moet er nog gebeuren. Maar komt goed, bijna eindfeest.
    groet...Wil

  • 28 Juni 2010 - 12:42

    John Cuijpers:

    Hallo Wil,

    Ik heb weer genoten van je relaas. Ik begrijp dat je je, ondanks de ondergane operatie, goed voelt en dat de zaken naar wens verlopen. Gelukkig maar! Doe je Mel de groeten?

    Groet,
    John

  • 28 Juni 2010 - 20:35

    Carla:

    Mooie, spannende blog weer! Veel plezier de komende weken, knap goed op.

    Carla

  • 29 Juni 2010 - 10:04

    Elly En Mart:

    ha die Wil,
    leuk om je avomturen te lezen. Wij zijn ons ook weer aan t voorbereiden. Sri Lanka deze keer en hoewel we komend jaar 40!!! jaar getrouwd zijn willen ze ons daar alleen een visum geven als we dat kunnen bewijzen. Gelukkig kunnen we dat.
    Groetjes voor jou en Mel, van ons

  • 07 Juli 2010 - 14:55

    Marciel En Frans:

    Hallo Wil,
    Wat vervelend voor je, die operatie.
    Ik weet niet wat voor operatie het geweest is, maar als ik je een tip mag geven: begin zo snel mogelijk met bewegen, want mijn ervaring is dat een schouder in een ommezien vast zit en dan ben je verder van huis.
    Ga gerust door de pijngrens heen en probeer de volledige bewegingsuitslag in alle richtingen te herstellen.
    Menzis doet overigens altijd erg moeilijk.
    Sterkte en groeten,
    Marciel en Frans

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

WHM

gezicht 2022

Actief sinds 04 Sept. 2006
Verslag gelezen: 372
Totaal aantal bezoekers 133826

Voorgaande reizen:

21 Juni 2019 - 21 Juni 2019

PUM missies in Yogyakarta

04 November 2015 - 27 November 2015

Trouble in Paradise

07 Mei 2012 - 26 Mei 2012

Mijn eerste reis

Landen bezocht: